NB: zijn de teksten niet
netjes leesbaar?
Probeer een ander merk browser, bijvoorbeeld
Firefox.
De
Bijbel als overlevingsstrategie
(gedachten uitgesproken bij de
presentatie van het boek Hoe God zichzelf overtrof
van Chaim van Unen op 8 september 2016 in boekhandel
Blankevoort)
Onbegrijpelijke straf
Geef toe, wie heeft zich nooit afgevraagd
waarom God Adam en Eva vanwege wat gesnoep uit het
paradijs verdreef – en zo de mensheid in het verderf
stortte? Het is niet eerlijk, zegt ons buikgevoel.
Chaim heeft zichzelf in ieder geval die
vraag wél gesteld. Op p. 60 van zijn nieuwe boek stelt
hij dat de hele gang van zaken enigszins absurd
overkomt. “Het mooiste scheppen, vervolgens dit moois
opvallend laten zien, en dan de mens verbieden om daar
aan te komen. Wat voor zin kan dat hebben?” Het ziet er
wat sadistisch uit.
Een traditioneel antwoord op de vraag naar
de moraal van dit verhaal was altijd dat het hier een
gehoorzaamheidstest betrof: Adam en Eva moesten het
paradijs uit omdat ze ongehoorzaam waren geweest aan
God, en dat is zonde.
Maar: het bijbelverhaal zelf neemt het
woord ‘zonde’ niet in de mond. Dat woord valt in de
Bijbel pas bij Kaïn en Abel voor het eerst. En als je
bedenkt hoe mild God daar een zware misdaad – tenslotte
de eerste moord in de geschiedenis van de mensheid –
bestraft (Kaïn wordt slechts in ballingschap gestuurd),
wekt zijn onverbiddelijkheid tegenover Adam en Eva des
te meer verbazing. Waarom kon God een
kruimeldiefstalletje niet vergeven?
Hoe je het ook wendt of keert, de straf is
buitenproportioneel. De gedachte dringt zich op: dat
moet over meer gegaan zijn.
Er moet iets anders geweest
zijn: de grootste fout.
Misschien moeten we voor dat andere wel
denken aan wat literatuurwetenschapper Jared Diamond
provocerend de ‘grootste fout van de mensheid’ heeft
genoemd. Namelijk: de uitvinding van de landbouw. Toen
de mensen nog jager-verzamelaar waren leefden ze in een
wereld van overvloed, daarna volgde de al dan niet
vrijwillige stap naar de wereld van de landbouw en
moesten ze zwoegen op het veld.
Het paradijsverhaal zou dan het verhaal
zijn van de achteruitgang in de kwaliteit van het
bestaan. Allerlei historisch-wetenschappelijk gestaafde
ontwikkelingen zouden daar mooi in passen, zoals de
volgende bevindingen.
• De laatste tienduizend
jaar is er de de opkomst van allerlei vormen van
landbouw, die tot grootschalige samenlevingen met
koningen, steden en oorlogen leiden.
• De landbouwrevolutie
bekomt de mensen helemaal niet goed: ze worden niet zo
lang meer als in de tijd van de jager-verzamelaars, ze
lijden aan ondervoeding en ziektes, ze overlijden
jonger.
• Er ontstaat een
mismatch tussen de nieuwe leefwijze van de mensen en hun
natuurlijke habitat en psycho-sociale gewoontes.
Enerzijds kan de landbouwrevolutie gezien
worden als een doorslaand succes: uiteindelijk hebben we
daardoor de wereldbevolking kunnen laten groeien van
vier miljoen naar 8 miljard mensen.
Maar veel te weinig beseffen we met welke
enorme kosten deze vooruitgang gepaard ging. Behalve dat
de mensen kleiner werden, vaker honger leden en jonger
stierven, begonnen als gevolg van de domesticatie van
wilde dieren ziekteverwekkers over te springen van
huisdieren op mensen. Voor het eerst in de geschiedenis
teisterden ziektes zoals de pest, pokken, cariës,
mazelen, griep en cholera de mensheid. Nieuwe zorgen
overvielen de mensheid, zoals onzekerheid over de
voedselopbrengst en over het waarborgen van samenwerking
in steeds grotere anonieme samenlevingen.
Is het niet logisch dat, zelfs na lange
tijd van ploeteren, nog enige herinnering blijft bestaan
aan tijden waarin de mensen anders leefden en niet
voortdurend hoefden te ploeteren? Met andere woorden,
aan het paradijs?
Oerboek
Behalve aan het boek van Chaim ontleen ik
veel van het bovenstaande aan Het oerboek van
Carel van Schaik en Kai Michel, een poging tot
benadering van de Bijbel vanuit seculier, antropologisch
perspectief. Geestverwanten dus van jou.
De stelling van dat boek is dat de Bijbel
culturele strategieën wil bieden om ‘de grootste fout in
de geschiedenis van de mensheid’ te corrigeren. Die fout
was, zoals gezegd: de vestiging op vaste woonplaatsen,
met alle genoemde calamiteiten als gevolg. Tot de
strategieën behoorden onder andere nieuwe culturele
concepten zoals eigendom en patriarchaat, monogamie en
monotheïsme. De ontwikkeling van die concepten is
volgens de schrijvers van het Oerboek te reconstrueren
aan de hand van de Bijbel. Zij zien de Bijbel als
verzameling van strategieën tot overleven in de nieuwe
situatie.
Net als jij kiezen zij daarbij voor een
seculiere benadering. In de Bijbel vinden we antwoorden,
zegt Het oerboek, op de grote vragen van de mensheid, en
dat niet per se in religieuze zin.
Net als jij stuiteren ze van verbazing
over de Bijbel. “De veelheid en veelsoortigheid van
rampspoed waarmee de Bijbel zijn lezers meteen aan het
begin al confronteert is ongehoord”.
Net als jij beschouwen zij de Bijbel als
strategie voor bescherming tegen overweldigende gevaren.
Zij onderschrijven wat jij zegt op p. 18 van jouw boek:
men zocht immuniteit tegen bedreigingen van buiten door
ontstijging aan het bekende, door het via de verbeelding
heenkijken over de horizon van de materie.
Het moet toch even gezegd worden, Chaim:
het is knap van je dat, waar dit boek twee auteurs,
waarschijnlijk een projectorganisatie, en 450 pagina’s
voor nodig heeft, jij op precies hetzelfde moment in je
eentje doet in 160 pagina’s. Is er misschien sprake van
plagiaat? Nee, dat kan niet want dit boek verscheen in
februari van dit jaar en toen had Chaim zijn manuscript
al af.
Hoe werkt dat dan?
Maar goed, hoe werkt dat dan? Het is een
mooi idee: verhalen als overlevingsstrategie, maar werkt
dat wel?
De literatuurhistoricus Jonathan
Gottschall zegt: “Zoals vliegsimulators piloten in staat
stellen om veilig te trainen, trainen verhalen ons
veilig voor de grote uitdagingen van de samenleving.”
De Bijbel kan helpen verklaringen te
geven. En of dat echte verklaringen zijn of
pseudo-verklaringen, dat doet er niet toe, want alle
enigszins doordachte verklaringen in dit
voorwetenschappelijke stadium hebben de verdienste om
een samenhang te creëren in wat mensen meemaken, en
daarmee samenhang in de samenleving, en daarmee
versterking van de samenleving.
Daarom gaan die verhalen over waar de
angst voor de dood vandaan komt, over hoe we met
rampspoed omgaan en over waar onze diepe behoefte aan
rechtvaardigheid uit voortkomt. Zij laten zien hoe we
leerden om te overleven in grote anonieme samenlevingen,
en waar ons onbestemde gevoel vandaan komt dat je kunt
omschrijven als een soort heimwee naar het paradijs.
Omdat de verhalen allemaal religieus
gekleurd waren en gegroepeerd rondom het optreden van
God kon de religie uitgroeien tot een wapen dat voor
alle mogelijke doeleinden van de culturele evolutie
gebruikt kon worden. Die culturele strategie van
verhalen vertellen bleek succesvol in het creëren van
samenhang.
Maar er was een probleem. Religie hielp,
met haar verhalen, bij het verwerken van de
moeilijkheden (zeg maar bij het ‘een plekje geven’, en
daardoor vrijspelen van mentale capaciteit), maar kon
daar doorgaans niet definitief een eind aan maken. De
effectiviteit van de verhalen lag dus bepaald niet in de
daadwerkelijke opheffing van de problemen.
Paradoxaal genoeg verklaart dat het succes
van de Bijbel: omdat de echte problemen van de mismatch
niet opgelost werden, bleef men de verhalen nodig
hebben. De problemen van ziektes en overbevolking bleven
duizenden jaren virulent, en zo kon de Bijbel duizenden
jaren na het ontstaan van de problemen relevant blijven.
De verhalen bleven fascineren. Onze tijd vormt daarop
geen uitzondering.
De Bijbel vormt op die manier een
historische poging om dit monster van de mismatch, als
het dan toch niet kan worden uitgeschakeld, in elk geval
aan banden te leggen.
Toename van onrecht
Van de problemen die de Bijbel benoemt is
er één dat jouw speciaal ter harte gaat: dat van samen
delen en rechtvaardigheid.
We hebben gezien dat het echte schandaal
van Adam en Eva niet gezocht moet worden in het
specifieke eigendomsdelict in dit verhaal. Het gaat maar
om een appel, dus om een kruimeldiefstal.
Het echte schandaal zit in iets anders. De
landbouwrevolutie maakte korte metten met een
fundamentele wet van menselijk samenleven, een wet die
honderdduizenden jaren lang een dagelijks gebod was
geweest: de regel dat voedsel gedeeld moest worden. De
nieuwe idee van eigendom ondermijnt de solidariteit van
de oermens. Ineens wordt een algemeen goed – het voedsel
dat de natuur geeft – gemonopoliseerd.
Er ontstaat nu eigendom, cumulatie van
bezittingen, en daarmee ook verschillen tussen mensen
die veel hebben en mensen die weinig hebben. Op basis
daarvan ontstaan machtsverschillen tussen mensen en
onrechtvaardigheid op een tot dan toe ongekend grote
schaal. Is het toeval dat de Bijbel ons als eerste
misdaad in de geschiedenis een eigendomsdelict
voorschotelt, als je weet dat de mensheid gedurende
verreweg het grootste deel van de geschiedenis egalitair
en democratisch samenleefde?
De Bijbel is er dus mede op uit om met dat
probleem klaar te komen, vandaar dat het, zoals jij
terecht zegt, zo vaak gaat over recht en onrecht. Zeker
bij de Profeten draait het om het kunnen bewaren van
sociale samenhang en hoe voorkomen kan worden dat het
egoïsme van een enkeling de samenleving ten onder doet
gaan. Of de Bijbel in dat opzicht uniek is in
Midden-Oosten, zoals jij zegt, dat weet ik niet.
Zoveel is in ieder geval duidelijk: we
moesten – en moeten waarschijnlijk nog steeds – onszelf
sociaal opnieuw uitvinden.
Samenwerking: partnerschap
En het blijkt dat de Bijbel dat gaandeweg
óók doet. De Bijbel maakt, al na de eerste hoofdstukken,
een ontwikkeling door. De Bijbelschrijvers oriënteerden
zich aanvankelijk op de figuur van één enkele almachtige
God, want dat hielp om samenhang te creëren. Maar al
gauw blijkt dat het probleem van de nieuwe menselijke
situatie nog prangender omschreven kan worden: mensen
kunnen niet meer samenwerken. De vanzelfsprekende,
natuurlijke samenwerking van de jager-verzamelaars is
verdwenen, en de verbijsterende eerste hoofdstukken van
Genesis bieden met zijn almachtige God en de schepping
weliswaar een formidabel kader voor benoeming van alle
problemen, maar zij geven met de verdrijving uit het
paradijs, de broedermoord, de zondvloed en de Toren van
Babel ook een ontmoedigend beeld van menselijke
onenigheid.
Doorslaggevend, zegt Het oerboek, is wat
er dan volgt: God sluit een verbond, een contract met
Noach. God zelf neemt ‘samenwerken’ als motto, hij wordt
partner. Jij zegt het op je eigen manier: God blijft
leren, namelijk in interactie met de mensen.
Met God en zijn leren zit het dus wel
goed. Wat je zegt: de existente God verdwijnt maar de
presentie blijft doorwerken in de verhalen en in de
verbeelding. Laten we hopen dat met jouw boek hetzelfde
gaat gebeuren. Existeren doet het in ieder geval al wel,
maar het moet nu present gaan worden, bij ons tussen de
oren.