Een klas met twee derde Moslims,
wat betekent dat voor de docent en student?
Een impressie van hoofddocent Dr. Michiel van der Ven
en honours student Erfan Nawabi
De docent
De Islam. Vanuit mijn opvoeding ken ik de Islam van
Alibaba en de 40 rovers: ver weg en spannend. Dit is
de associatie waar ik als Rooms Katholiek mee ben
opgevoed. Na mijn studie Bedrijfseconomie heb ik enige
decennia als Financial in het bedrijfsleven gewerkt.
Ik kan me niet herinneren daar Moslim collega’s te
hebben gehad. Enige jaren terug heb ik besloten om
voor het laatste deel van m’n loopbaan over te stappen
naar het Hoger Beroeps Onderwijs. Een gouden keus.
Bedrijfseconomie is een mooi vak en veel van de
studenten waar je dagelijks mee optrekt zijn
inspirerend.
Nieuw is voor mij de aanraking met de Islam:
“Mijnheer, ik kan geen stageplaats vinden want ik heb
een hoofddoekje!”, zo zegt Samira, één van mijn betere
studenten. We lopen samen alle vragen, en haar
antwoorden, van de sollicitatie die ze die ochtend
heeft gehad door. Eerlijk geef ik bij sommige
antwoorden aan: “Ik zou je nooit hebben aangenomen als
je in een sollicitatie zoiets zou hebben gezegd”. Dat
komt over. Inmiddels heeft Samira een permanente
bijbaan bij het bedrijf waar ze, met succes, een mooie
stage heeft afgerond.
Een ander voorbeeld: “Mijnheer, wij komen trakteren,
het is offerfeest!”. De sfeer zit er direct goed in.
Ik vraag met belangstelling waarom er precies wordt
getrakteerd, om eerlijk te zijn snap ik het nog steeds
niet helemaal. Het beste kan ik het offerfeest
vergelijken met Kerstmis, zo begrijp ik. M’n collega’s
en ik, we hebben plezier in Ikram en Nuray die weer
vrolijk de docentenkamer uit huppelen.
Er zitten ook andere kanten aan. Op het offerfeest sta
ik om half negen ’s ochtends zo ongeveer voor een lege
klas. Hoe pak ik dat nu aan? Twee Moslima’s met een
hoofddoekje maken op mij een nerveuze indruk.
“Mijnheer, mogen we naar huis?”. Veel aandacht voor de
leerstof heb ik van hen vandaag niet te verwachten,
dat is wel duidelijk. Ik adviseer ze ook offerfeest te
gaan vieren. Ik zou het ook niet leuk vinden om met
Kerstmis te moeten werken. Hoe haal ik de lesstof van
vandaag nu in, in de komende weken? Ik overleg met
collega’s en we maken er maar het beste van.
Er zijn ook studenten die mij vertellen: “Van huis uit
ben ik als Moslim opgevoed. Maar ik heb voor mezelf
een andere keus gemaakt. Ik wil geen Moslim meer zijn.
Thuis wordt dat niet geaccepteerd, dus ik speel maar
toneel.” Veel meer dan luisteren kan ik niet.
Anderzijds, een Moslimstudente die mij raadpleegde
over persoonlijke problemen, heb ik gevraagd of bidden
haar niet zou helpen. Twee jaar later staat ze ineens
met een prachtige Koran voor m’n neus. “Mijnheer, ik
vertel het tegen iedereen, een Rooms Katholiek die mij
als Moslim heeft leren bidden, ik ben er nog steeds
dankbaar voor”. Die Koran ben ik nu aan het lezen. Dat
valt me niet mee.
Dit jaar heb ik voor het eerst een klas met twee derde
Moslims. Erfan, de coauteur van dit stukje, is één van
hen. De sfeer in de klas verandert. Ik overleg er over
met mijn vriend Michel, wandelend in de striemende
regen in de bossen van Oisterwijk. Michel is over het
algemeen een man van weinig woorden. Nu is hij heel
duidelijk: “Michiel, je moet hier iets mee”. Z’n
woorden blijven hangen.
In de klas maak ik wat ik zie bespreekbaar, met de
titel van dit stukje als open vraag. Dat slaat aan in
de klas. Müberra komt met een inspirerend boekje van
een Moslim filosoof. Van Erfan krijg ik een prachtig
boek over Mohamed. Ik behandel de Halal hypotheek in
de les en vertel wat ik aan mogelijkheden zie voor
Halal ondernemerschap: Brabantse (Halal)
worstenbroodjes en Hollandse (Halal) stroopwafels. Ik
spreek de studenten er op aan dat wij als docenten, ik
niet alleen, nooit Halal onderwerpen krijgen voor
afstudeerscripties. Ik merk dat dit de studenten aan
het denken zet. Een van de Nederlandse studenten
benadert me na de les en vraagt: “Dat gedoe met Halal,
u maakt alleen maar een grapje, toch? Dit is toch niet
serieus?”
Naar aanleiding van de aanslag in Parijs is er een
minuut stilte, ook bij ons op de instelling. Een
student van Turkse komaf spreekt mij er op aan.
“Onlangs was er een aanslag in Ankara, het stond niet
eens in de krant. Op school is sprake van een dubbele
moraal”. Ik luister. Wat ik moet zeggen dat weet ik
niet.
Meestal worden er in de klas over en weer grapjes over
IS gemaakt, met name richting de Moslims die baarden
dragen. Er wordt gelachen en de grapjes halen de
spanning uit de lucht. Vandaag is het venijniger. Een
van de Nederlandse studenten opent de aanval op één
van de Moslims over de activiteiten van IS. Erfan moet
zich verdedigen. Dit loopt zo niet goed. Ik geef aan
dat de strijd van de Rooms Katholieken terroristen in
Ierland de laatste 50 jaar meer slachtoffers in West
Europa heeft gemaakt dan de IS in die periode. Toch
heeft nooit iemand mij er, als Rooms Katholiek, op
aangesproken. Dat lijkt te helpen.
In een volgende boswandeling, nu gelukkig in de
stralende zon, bespreek ik wat er gebeurd met mijn
vriend Michel. “Ik zal voor jou en je Moslim-studenten
regelmatig de rozenkrans bidden en een kaarsje
opsteken”.
De student
Moslim-beleving
Als Moslim zie ik dat er anno 2016 veel positieve
ontwikkelingen gaande zijn. Zo kunnen moskeeën de
grote omvang van de bezoekers niet meer aan en wordt
er volop gewerkt aan uitbreidingen. Door de
aanslagen in Brussel en Parijs, komt de Islam
onterecht negatief in het nieuws. Hierdoor worden de
niet-praktiserende Moslims wakker geschud en gaan ze
op zoek naar antwoorden op hun vraagstukken. Dit
zorgt er weer voor dat ze zich meer bewust gaan
focussen op hun religie en dat ze dus ook vaker een
bezoekje brengen aan de moskee.
Op de Hogeschool Utrecht, alsmede op andere scholen
en openbare ruimtes, zijn er faciliteiten
gerealiseerd voor Moslims, zoals de gebedsruimte.
Voor mij als Moslim is het op tijd verrichten van
het gebed van essentieel belang voor het belijden
van mijn geloof. Het is namelijk één van de vijf
zuilen van de Islam. Het is dan ook zeer goed dat
dergelijke ruimtes worden gefaciliteerd. Een
gebedsruimte alleen voor Moslims en daarbij een
aparte ruimte voor mannen en vrouwen zou nog mooier
zijn. Maar het begin is er gelukkig. Samen met een
aantal andere Moslim-studenten heb ik een gesprek
hierover gehad met de directeur Bedrijfsvoering van
de Faculteit. Het was een aangenaam gesprek op een
hoog niveau!
Tevens zie ik dat Halal steeds meer in de “mode”
is. Als we bijvoorbeeld kijken naar Halal-eten,
Halal-financieren etc., dan zien we grote
vooruitgang. Zo zijn er bijvoorbeeld al meerdere
filialen van de Halal-versie van de KFC geopend in
Amsterdam: de HFC (Halal Fried Chicken). Er zijn
zelfs docenten die bij het trakteren rekening houden
met Moslim-studenten. Zoals mijn docent Michiel van
der Ven, de coauteur van dit artikel, die in de
allereerste les een weddenschap sloot met de klas:
als minimaal 60% van de studenten zou slagen voor
het tentamen, dan zou hij trakteren. En het is ons
gelukt. Uiteindelijk hebben we Halal-stroopwafels
gekregen. Werkelijk fantastisch!
In de klas blijkt op een vraag van Michiel van der
Ven dat nog weinig studenten weten welk beroep ze
gaan kiezen. Aanvullende aan de les nodigt hij een
pas afgestudeerde bedrijfseconoom uit die over de
mogelijkheden vertelt. Als dank geeft hij de spreker
namens de studenten een fles wijn. Ik spreek hem
daar na de les op aan en zeg dat ik het niet gepast
vind dat hij namens Moslim-studenten wijn geeft.
Restaurants en cateringbedrijven, ook op Hogeschool
Utrecht bijvoorbeeld, zouden het Halal-concept mee
kunnen nemen in hun aanbod. Tegenwoordig zijn
Halal-producten immers steeds populairder, aangezien
de Moslim-populatie aan het groeien is. Er zijn dus
ook economische voordelen aan verbonden.
Vrijzinnigheid
Uiteraard stoor ik me als Moslim, maar ook veel
Christenen, aan bepaalde facetten in de samenleving.
Zo voert Nederland bijvoorbeeld een gedoogbeleid als
het gaat om drugs. Jongeren gaan hierdoor op jonge
leeftijd experimenteren met verdovende middelen (ook
met alcohol, denk hierbij aan de trend van
comazuipen).
Een groot deel van zowel de studenten als docenten
op de Hogeschool Utrecht gebruikt in de hoor- en
werkcolleges ongepast taalgebruik. Een docent heeft
juist een voorbeeldfunctie en moet de student ethiek
aanleren. Van sommige studenten hoor ik de meest
walgelijke taalgebruik. Ik herinner me één keer dat
een van mijn klasgenoten een ongepaste term
ventileerde. Michiel Van der Ven greep direct in en
maakte duidelijk dat hij dergelijke termen niet
gepast vond in de les. Ik was enorm verrast en
tegelijkertijd was ik hem innerlijk dankbaar voor
zijn kordate optreden.
Als laatste, en tevens de meest storende factor,
noem ik de seksualisering van de samenleving.
Vrouwen worden steeds vaker gebruikt als
marketinginstrumenten en steeds vaker gezien als
lustobjecten. Dit merk ik uiteraard ook op school.
Meisjes worden op de achterwerk geslagen, maar
zeggen hier niks van of durven dat niet.
Waarschijnlijk is de gedachte hierachter dat als je
er wel iets van zegt, je er niet meer bij hoort.
Er is een duidelijke ontwikkeling te zien omtrent
de steeds sterker wordende vrijzinnigheid in de
Westerse samenleving, onder andere ten gevolge van
de (social) media.
Bekeerlingen
We zien tegenwoordig gelukkig ook een trend van
toenemende bekeerlingen naar de Islam. Opvallend is
dat de overgrote meerderheid van deze bekeerlingen
vrouwen zijn die voor het eerst kennismaken met de
Islam. Blijkbaar is het in hun ervaring toch geen
religie die vrouwen onderdrukt, zoals vaak wordt
geschetst door onder andere in de media.
Ook veel jongeren zien “het licht” in deze religie.
Uiteindelijk is het God die hun leidt op het rechte
pad. Ze voelen zich meestal ongelukkig en gaan op
zoek naar antwoorden op vraagstukken zoals “bestaat
er één God?”, “wat is het doel van het leven?” en
“is er een hiernamaals?”. Na onderzoek te hebben
gedaan naar de verschillende religies, komen ze dan
tot de conclusie dat de Islam de ware religie is.
Dialoog
Het is van essentieel belang om te investeren in
dialoog tussen mensen met verschillende
achtergronden en ideologieën. Om te beginnen
bijvoorbeeld gewoon op het opleidingsinstituut waar
ik zit, de Hogeschool Utrecht. Vaak beland ik in
interessante, maar ook verhitte, discussies met mijn
klasgenoten over de Islam en over allerlei actuele
ontwikkelingen. Soms verloopt dit amicaal, maar af
en toe lopen de gemoederen hoog op.
We leren van elkaar en met elkaar. Tevens creëer je
door de dialoog meer tolerantie voor elkaar, waar we
juist naar moeten streven in de huidige
multiculturele samenleving en wat precies haaks
staat op onverdraagzaamheid. Zo heb ik een aantal
weken geleden Michiel van der Ven en zijn echtgenote
uitgenodigd bij mij thuis om eens te komen praten
over de Islam. Steeds meer van zijn studenten hebben
namelijk een Moslim-achtergrond en vandaar dat hij
erg geïnteresseerd is in de Islam. Heel
laagdrempelig en informeel. Er vloeiden mooie
gesprekken uit en hierdoor ontstaat er ook meer
respect, waardering en vooral ook begrip voor
elkaar. We hadden het bijvoorbeeld over de
overeenkomsten tussen Moslims en Christenen. Zeer
interessant!
Zeer recent hebben Moslimjongeren rozen uitgedeeld
in veel steden van Nederland om op deze manier de
dialoog aan te gaan en tevens te laten zien waar de
Islam nou daadwerkelijk voor staat. Ook vorig jaar
hebben Moslimjongeren op Koningsdag gratis
vertalingen van de Koran uitgedeeld aan niet-Moslims
om op deze manier de dialoog aan te gaan met de
mensen en de boodschap van de Islam te verspreiden.
De vrolijke wijze waarop zij dit doen, en die ook op
YouTube te zien is, maakt in de wijde omgeving
positieve indruk. Op deze wijze geven zij tegenwicht
aan de valse boodschap over de Islam die de Westerse
media vaak neerzet. Het zou zeer goed zijn om
dergelijke acties ook rondom hogescholen en
universiteiten te houden. De toekomst zit immers in
de jeugd en jongeren en daarom is het van cruciaal
belang dat deze doelgroep meer in aanraking komt met
het monotheïsme.
Je kunt dus gerust zeggen dat de dialoog een
krachtig middel is om bepaalde angsten tussen
verschillende bevolkingsgroepen te elimineren en je
met het inzet ervan een optimistische stap zet
richting een samenleving waarin harmonie de overhand
heeft.